Rotterdam, de jaren dertig. Deurwaarder Dreverhaven is een machtig, gevreesd man. Wanneer Joba, zijn huishoudster, een kind van hem verwacht, wil zij niet met hem trouwen en verlaat zijn huis. Zij voedt hun zoon Katadreuffe alleen op, terwijl ze weigert iets van Dreverhaven aan te nemen. Deze besluit als wraak zijn onwettige zoon waar mogelijk te dwarsbomen. Katadreuffe komt na een aantal tegenslagen op een advocatenkantoor te werken waarna de strijd tussen vader en zoon nog heviger wordt. Een noodlottige climax is onvermijdelijk.
Willem, Jacques en Chris, allemaal een jaar of zestien, zijn elkaars beste vrienden. Ze wonen in de Hollandse Bollenstreek, waar dorpen, akkers en weilanden aanleunen tegen duin en strand. Hun leven is als van zoveel plattelandsjongeren, maar een dramatisch ongeluk verandert alles. Als ze met zijn drieën op de trekker zitten, komt Jacques onder de trekker, terwijl Willem achter het stuur zit. Willem vraagt zich in het diepst van zijn gedachten af of zijn jaloezie op Jacques, die de avond ervoor ervandoor ging met Marianne, iets te maken heeft met het ongeluk.
Majesteit speelt zich af net na het overlijden van Claus. Beatrix moet een troonrede voorlezen waar verschillende punten in staan waar ze het totaal niet mee eens is. Een uur voordat de troonrede begint komt Premier Balkenende naar haar toe, hij eist dat er stukken worden aangepast.
Jere wordt geboren op kerstavond 1960, voorbestemd om slager te worden. Zijn vader is slager, zijn grootvader was slager en aan zijn broers Cor, Bolle en Arie wordt van kinds af aan het slagersvak bijgebracht. Maar Jere is anders; hij lacht en hij zingt graag. Moemoe, zijn grootmoeder, besluit Kind, zoals ze hem noemt, in bescherming te nemen tegen zijn vastomlijnde toekomst en de akelige trekken van de andere mannen in de familie.