Tae-sik Cha, gewoonlijk " Ajusshi" (mister) genoemd in zijn buurt, runt een vervallen lommerd in een achterbuurt. Niemand weet veel van hem af en hijzelf bemoeit zich met geen mens, behalve So-mi, het dochtertje van junkiemoeder Hyo-jeong. Als deze een man over de vloer heeft, komt So-mi naar Tae-sik en besteedt daar haar tijd. Op een dag levert Hyo-jeong een pakje bij Tae-sik in met de vraag dit voor hem te bewaren. Dit is het begin van een hoop ellende voor Tae-sik.