Niemand blijft onberoerd door de kracht van de seizoenen en hun jaarlijkse cyclus van geboorte, groei en verval. Zelfs niet de twee monniken die een kluizenaarshutje delen dat op een vijvertje drijft midden tussen de bergen. Met het ontvouwen van de seizoenen wordt ieder aspect van hun beider levens doordrongen van een intensiteit die leidt tot een nog grotere spiritualiteit en tragedie. Want ook zij ontkomen niet aan de wensen van het leven, de verlangens, het lijden en de passie die ieder van ons in hun greep houdt. Net als de seizoenen voortdurend aan verandering onderhevig zijn, zal het kluizenaarshutje voor altijd een thuis voor de geest zijn, zwevend tussen het nu en de eeuwigheid.